'64 J. VÈIRAC OVER DE ROTKOORTS veelheid falpeter, dikwyls daags gezet, medewerken. 4. Veeltyds is een hevige benauwd-» heid voor 'thart, van eeneheete, droo- ge huid verzeldterwyl de lyder niets uitwaasfemt. In deze omftandigheid de 'doorwaasfeming zagtkens bevorde rende, zal de Heelmeester veeltyds eene vermindering der benauwdheid by zy- nen lyder befpeuren. Roodewyn, van het beste foort, met koud water, dikwyls, met kleine teugen, gedron ken, of Aluin by een zagt zweetdry- vend mengfel gevoegd, zyn, om dit heilzaam gevolg te erlangen, allerbest gefchikt. Geneesmiddelen, die het zweet met meer geweld uitdryvenzyn verderflyk. 5. In allen gevallen is de Koortsbast, ter ftuitinge van de rotting onontbeer- lyk; ja! dit onvergelykelyk Middel is, met de vereischte oplettendheid gebruikt zyndealleen volftaandeom de kwaad- aartigheid der ziekte floffe zodaanig te verbeterendat de gevolgen der rotting voorgekoomen en overwonnen wor den. Om van dit gezegde, 't geen op de bevinding {leuntvolkomen over reed te wordenHelle ik de volgende by- zon-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 132