7 2 J. VEIRAC OVER DE ROTKOORTS
meer in't werk Hellenals de Matroos J
meer dan andere menfchenin het ge
vaar van wederin(lotting verkeerd.
22. De verflapping der ingewanden
en vaten, het noodzakelyk gevolg der
ziekteen van de daar tegen aangewen
de geneesmiddelen, de vrees van nog
overgebleevenerotftoffe, en het ge
vaar van wederinflorting, zyn dringen
de redenen, om, gelyk reeds is aange
merkt, met het gebruik van Óen Koorts*
bastals een verfterkend middel, aan
te houden. Doch in het tegenwoor
dig geval, neemt hy, die het opzicht
over den lyder heeft, de volgende Re
gelen in acht.
VooreerstDe hoeveelheid des
Koortsbast, welken de lyder by aan
houdendheid gebru kt, word by trap
pen verminderd, zo dat eindelyk een
half once daags, ter verllerking van
den verzwakten Matroos volllaat, mids
hy dacar mede, tot de volkoomene ge-
neezing toe aanhoude.
Ten Tweedens Het komt thans min
der aan op de keuze eenef byzondere
bereiding'. De poeder op zich zei ven
het afgockfd van de gelieele of van de