74 J. VEIRAC OVER DE ROTKOORTS de fcheurbuikige kwaadfappigheid, wel ken anderzints dikwerf na de geneezing der ziekte volgente voorkoomen. 24. Eene koele Lucht werkt kragtig mede in het verfterken van den zwak ken Zeeman. Om dezelve in te ade men moet hy by alle mogelyke gele genheden, aan'tftrand gebragt worden. Doch het fchip in zee en het weer gun- ftig zynde, dikwyls op het dek zitten of wandelen. 25. Zo lang eenige vreeze van rot tig bederf overfchiet, en de lyder niet reeds merkelyk in kragten is toegenoo- men moeten alle dierlyke fpyzen zorg vuldig vermyd worden. - Ryst, fcheeps- brood,garst, grutten, havermeel, meel bloem in water, of indien 'er gelegen heid is, in gekarnde melk gekookt, ver- fche gedoofde groentens met Citroen- fap, zyn, in de tegenwoordige omftan- digbeid, de gefchiktfte voedfels. Daar na, wanneer geene Rotting meer te duchten is, gaat men over tot dierlyke fpyzen. Magere vleesch foupen met groentens en room van Wynldeen, yersch wit vleesch, als het te bekoo- men

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 142