OP DE O. I. SCHEPEN. 89 allergefchiktst zynom de veelvuldige radee^en, die door de Volkhouders, en de Manfchappendoor hen aan boord verzorgdin de tegenwoordige omftan- digheden veroorzaakt worden, geheel uit den weg te ruimen Doch dit ontwerp is zekerlyk niet vry van gewigtige zwaarigheden, waar om ik het flegts met zeer ruuwe trekken heb gefchetst. Ten Vierden: Onder beding van het eerst voorgeilelde (n. i.) konde men den Volkhouder jaarlyks een zeker in- koomst, of, by elke monilering, eene belooning in geld of fpeceryen geevcn meer of minnaar geraaden hy grooter of kleiner getal van Manfchap aanbiagt, naar maate dit volk gezonder engefchik- ter, en hetzelve meer over de behande ling van den Volkhouder voldaan was. Daar door zou men hen ten minften, zonder eenigen dwang, noodzaaken, om zich op gezond volk toeteleggen, het zelve wel te bejegenen, en even daar door der Maatfchappye eenen we- zentlyken dienst van grooter waardye, als de gemaakte kostente doen. 32, Doch, indien 'er ten aanzien E 5 de?

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 157