OP DE O. I. SCHEPEN. 10J poeden gegeevendat de uitgeevers dezer vraa- ge eene zaak als waarheid aangenoomen had den, welke niet genoeg bewezen was. Neen? dat zulk een betoog niet gevorderd wierdtoond de vraag zelve. In het Onderzoek der Kenmerken van deze Ziekte, zoude ik, zonder aanftoot, eenige by- zondere befchryvingen derzelve, gelyk zy zich op die Scheepen vertoond hebben kunnen aan voeren. By gebrek van eige bevindingheb ik my bevlytigd om van zulken zeevaarenden, die ik 'er best toe in ftaat kende, te vernee- men, of, en waarin deze ziekte, in derzelver loopvan de land- en hospitaal- rotkoortfen on- derfcheiden is? Doch, indien ik op myne in- genoomen berigten eenigen ftaat kan maaken 't geen ik meen gerust te moogen doendan heeft hierin geen verfchil plaatsen die beide ziektens koomen met eikanderen volmaakt over» een. Wilde ik dan geen nutteloos werk doea* of 't geen duizendmaal bondig behandeld is her- haaien konde ikin de beantwoording van het eerste Lid der vraagemet de hiftorielcbe be- fchryving van den ge woon en loop dezer koorts, en dedaaruit opgefameide duidelyke en onder- fcheide kenmerken derzelvevolftaan. Wyders had ikin de opgaave der oorzaa~ ken van de vermenigvuldiging dezer ziektehet foort van menfchen, welken door middel der volkhoudersaan boord koomen nader kunnen bepaalen. Het had niet ver van het oogmerk afgedwaald geweest, indien ik vermeld had, dat meerendeels arme, uitgehongerde, ziekely- ke vreemdelingen Duitlchers Paltzersen Deferteurs(een volk, 't welk zo ongefchikt is voos

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 175