IlS B. HUSSEM OVER DE ROTKOORTS
hierdoor alleen, zal men fchoon in
den beginne der Ziekte, dezelve niet
zelden van alle andere Ziektens konnen
onderfcheiden.
Men dient hier in 't oog te houden y
dat ik tot hiertoe heb opgegeevendie
Teekenen, welken plaats hebben, als
de Ziekte in een zeer geringe Trapen
in den eerften aanval zig bevindwant
fomtyds, wanneer dezelve kwaadaartig
is, valdze de Lyders aan, met veel
zwaarder toevallen -9 waar van ik nader
fpreeken zal.
Wanneer de Ziekte in eenen meer
gevorderden Haat, en volgens myne
verdeeling, in den tweeden Trap zig
bevindzodat de Lyder liggen
moetvind mendat veele na voor
gaande klagten van Hoofdpyn, begin
nen te delireerenby fommigen heb ik
dit op den vierden, of vyfden dag ge
zien, en by anderen eerst, na den veer
tienden dag der Ziekte. Deeze Ylhoof-
digheid is den meesten tydvan zooda
nig eenen aart, dat de Lyders als bin-
nens monds, en ftil by zig zelfs praa-
ten. Zy liggengeduurende hunne
Ziekte, behendig op den Rug, en als
iets nullen aantasten, gefchied dit
met