Ï3$ B. HUSSEM OVER DE ROTKOORTS Schryvers opgegeeven, koomen ook geer na met die van de Febris maligna putridawanneer die aan Boord der Uitgaande Oostindifche Scheepen, zo wel als op andere plaatfen Grasfeeren en in de Uiterfte trap van Kwaadaardig heid zynovereenMen zie hier over a. de haan (z)prïngle (a) l1eu- taud (b)en meer anderen. Schoon nu, uit eenige opgegeeven gevallen, blykt, dat deeze Kwaadaar- tige Rotkoorts, ook op andere, dan de Uitgaande Nederlandfche Oostmdi- fche Scheepen waargenoornen zy; zo is het echter een onbetwistbaare waar heid datze nimmerzo algemeen op de Scheepen gevonden is, als in de laatst voorgaande Ja aren, op die, wel ken van hier naar de Oostindien gelie vend zyn. Omtrent het onderzoek der Lighaa- men, van hun, welken aan de debris maligna putrida geftorven zyn zal ik niet fpreeken dewyl dit naar myne gedachten, tot de opgegeevene Vraag der Maatfchappye, niet fchynd te be- hoo- (z) L. C. part. XIV. Cap. IX. (aj L. C. tom. 2. pag. 105. (b; L. C. p. 32.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 206