hooren. Men kan daar ovqt nazien,
de Prysverhandeling van den geleer
den Heer s. de monchy (c), pringle
(d), TiïsiNG(e), rouppe (f), en meer
anderen.
Dus het Eerde Lid der Vraag beant
woord hebbende, zo ga ik over, tot
het Tweede Lid derzelvenamelyk:
doot welke Oorzaken deeze Koorts
wordt Voortgebragt
TWEEDE AFDEELING.
De oorzaken waardoor deeze
Koorts op de Uitgaande Nederlandfche
Oostindifche Scheepen wordt voortge
bracht diend men voornamelyk te
zoeken in den Staat van het Volk
zelfs, waarmeede deeze Scheepen be
mand worden, en in een onmiddelyk
tneedegedeelde befmetting, in de Ver-
blyf-
54'
OP DE O. I. SCHEPEN. 139
c") In 't zesde Deel, cerfte Stuk, van de Maat-
fchappye der Weetenlchappcn te Haarlem* pag.
(d) pringle L. C. part. III. ch. 7. p. 308—314.
of torn. II. p. 7179.
(e) Geneeskonst der Heelmeesters pag. 376.
(f) Ziektens der Scheepvaarende p. 236. M. J.
©E man pag. 157.