ï4<5 b. hussem over de rotkoorts daar reeds kwaadaardige Koortfen heer- fchengezond aan Boord van die Schee pen kunnen koomen Zyn deeze Men- fchen bekwaam tot dien diensten kon- nen zy de ongemakken wederltaandaar aan verknogt? moeten dezulken niei rret eene gefteitheid in hunne Lighaamen tot Rotkoortfen aan Boord koonen; en de overige gezonden befmetten Het blykt derhalven uit dit allesdat de ftaat des Volks zelfs met welke onze Uitgaande Oostindifche Scheepen bemand wordendikwerf een voorna me Oorzaak is van de kwaadaartige Ziektens op die Scheepen, en van de groote Sterftens, welke hiervan 't ge volg zyn. Het Volk dan, op deeze Oostindifche Scheepen aan Boord koomendeen uit de een of ander der opgenoemde Oor zaken, de Caufa praedisponens tot de Jbebrïs maligna pntrida in hunne Lighaa men hebbende ondergaat aldaar de Caufae occafionales Wy hebben aangemerktdat de Oorzaak van de bebrïs maligna putrida op onze Uicgaande Oostindifche Schee pen in de eerde plaats te zoeken was in den Staat van 't Volk zelfs 5 en in de twee*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 214