*5ö b. kftjssem over de rotkoorts
door den Heelmeester passini gehou
den, op een Uitgaand Oostindisch
Compagniesfchipmededeelen.
Weinige dagen (zegt hy) na dat zig
v de kwaadaartige Ziektens, onder on-
ze Sóldaaten vertoond hadden, ftaa-
ken wy in Zee; en werden terftond
zoodanig overvallen van Storm en
Reegen, dat alle de Roosters van de
Luiken met Prejenningen moesten
worden digt gelegt. De kwaade
w Lucht, hier door ïusjchencleh opge-
llootenwerd van tyd tot tyd befmet-
telyker. Het Zeewater, door den
5> Storm Tusfchendeks gekoomen, ver-
meerderde de vogtigheid van die Lucht
nog merkelyk, gelyk ook deszelfs
rottige hoedanigheid toenam, door
de Morsfigheid van't Volk; door den
ftank der uitwerpfelen van fommi-
gen, te Bevreesd, ofte Lui, om naar
't Galjoen te gaan; en door het uit-
w waasfemen der natte Kleederen van
zulke welke door Armoede of ont-
vreemding verfteeken waren van de
noodigeVerfchooning, en dusdenat-
w te Kleederen aan hunne Lighaamen
9, moesten laaten droogen. Dit alles,
v gevoegt by de Hitte en Benaauwt-