OP DE O. h SCHEPEN. 157
Volk. Sommige van deeae Manfchap-
pen, niet gewoon aan de Zee, en het
Scheeps Leeven, en daarenbooven, tegen
hunnen wil, fomtyds aan Boord gekoo-
men; dat veelal onder de Soldaaten
plaats heeftkonnen in eene Droefgees
tigheid vervallen, ten uiterfle nadeelig
voor hunne gezondheid, lind heeft
aangemerkt, dat zulke Manfchappen,
die met geweld op de Scheepen geprest
wareneerder door Ziektens aangetast
werden, dan anderen (r).
Omtrent de Scheeps Spys zal ik niet
fpreekendewyl de Vraag, door de
Maatfchappye opgegeeven, voorname-
lyk fchynd te bedoelendie Oorzaken
der Rotkoortfenwelke men op de
Oostindifche Scheepen vind, wanneer
dezelve op hunne Uitreizen zyn, of nog
in 1 exel liggen; m welke tyden, zig
ook de meeste Ziektens onder dit
Scheeps Volk vertoonenen, dewyl men
vertrouwen moet, dat de Oostindifche
Maatfchappye de Victualie op deeze
Scheepen aan Boord zendzo Versch
en Goed, als die by mooglykheid te
bekoomen is, zo kan ik nu over derzel-
ver Bederf niet fpreeken.
Om,
(r) L. C. part, II, cb, i. p. ii8<;