158 B. HUSSËM OVER DE ROTKOORTS
Omtrent het Water, dat het Volk
tot gewooneDrank gebruikt, zal ik my-
ne gedagten opgeeven, als ik over de
Behoedmiddelen fpreeken zal.
Ik heb dan getracht, de Oorzaken
van de groote Sferftens onder het Volk
op meergemelde Oostindifche Scheepen
aantetoonen, en voornamelyk die Oor
zaken beweezen, te zyn, of in de Lig-
haamen zelve van veele der Manfchap-
penop dieSeheepen; of, in hunne Ver-
blyfplaats aldaar of, in beiden te gelyk.
Dus na de aanleiding geevende Oor
zaken meede opgegeeven te hebben,
zo moet ik nu nog, volgens myn ge
maakte Plan, nader bewyzen, hoe de
kwaadaartige Rotkoortfenop de Oost
indifche Scheepen, zo wel, als op an
dere plaatfen, konnen voortgebracht
wordendoor een onmiddelyk meede-
gedeelde Befmetting.
Men brenge zig hier by te binnenal
dat geene, 't welk ik te vooren van den
ftaat des Volks, dat uit de Huizen der
Volkhouders op deeze Scheepen komt,
gezegt heb be, als meede 't geen ik heb
opgegeevenomtrent de heerfchende
kwaadaartige Roortfen in die Huizen
der Volkhouders, zo als men inzonder
heid