l66 B. HUSSEM OVER DE ROTKOORTS mige onder de Ontlastende zaaken ge teld word, is in 't algemeen in deeze Ziektens ten uiterlle nadeelig (y): en vooral, als die zeer ruim gedaan wordt. De Pols zinkt als dan weg, en de Ziekte wordt veeltyds Doodelyk. Al- leenlyk konnen 'er enkele gevallen zyn daar dezelve te pas kan koomenen deeze zynwanneer de Ziekte in 't be gin is, en de Lyders volbloedig, en fterk zyn, en zwaare Hoofdpyn heb ben dogdan zal evenwel de Aderla ting niet zeer groot gefchieden moogen. JLn fchoon fommige het afgelatene Bloed in den beginne der Ziekte met een zo genaamde Crujïa Injlammatoria gevon den hebbenen deeze korst voor een teeken van ontfteeking hieldenbeflui- tende daaruitdat de Ziekte eene twee de Aderlating vereischtezo heeft ech ter de uitkomst geleerd, dat zy zighier in bedroogen hebben. Wat eigentlyk die ontfteekingskorst pp het afgelaate Bloed zy hierover, kaï* (y) s. de monchy Prys-Verhandel: p. 107. j. de man p. 128. van wieten Ziektens der 'Heirl; vierde druk p. 88. pringle Islederd: Vert: p. 332. huxham over de Koortfen Nederd: Vert; f' «?t

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 234