184 B. HUSSEM OVER DE ROTKOORTS len. Danhierover zal ik nader fpree- ken onder myne vierde Afdeeling. Dit derhalven, zyn naar myne ge dachten, die Zaaken, waardoor men, als de Oostindifche Scheepen nog in Texel liggenden voortgang van kwaad- aartige Ziektens daarop kan Stuiten. Ik ga mi overtot het vierde Lid der Vraag; namelyk de aanwyzing, der BelMedmiddelenwaardoor men is het niet geheel, ten minden vooreen groot gedeelte, de kwaadaartige Ziektens op gemelde Scheepen, kan V'oorkoomen. VIERDE AFDEELING. Wy hebben de Oorzaken waar door de Febris maligna putrida op de Uitgaande Oostindifche Scheepen dee- zer Landen wordt voortgebracht, voor- namelyk befchouwd te beftaanin den Jlegt en laat van bet grootjle gedeelte der Manfcbappen waarmee de deeze Scbeepen worden BevolktEn in de Ferblyfplaats gefchikt voor die Manfchappen op dee ze Scheepen. De voornaame Behoedmiddelen der halven, om deeze Ziektens vportekoo- men5

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 252