ï86 B. HUSSEM OVER DE ROTKOORTS onderzoek der Manfchappen voor de Westindifche Compagnie gehleeken zyn, door de oplettendheid van dien Heelmeester, aan wien deeze zaak is toevertrouwt. Maar, dewyl het niet voldoet, dat gezond Volk wordt aangenoomen, wan neer in deszelfs plaats Zieken naar Boord gezonden worden, zo moest die aange noomen gezonde Manfchap, terflond in Kaagen worden ingefcheept, en na Boord vertrekken. .Hierdoor zoude men vocrkoomen dat dit aangenoomen gezond Volk, niet weder aan Befmettingen van kwaade Ziektens wierd blootgefteid vooral als in die Huizen, waaruit zy koomen, reeds zulke Ziektens heerfchen. De Plunjes, en verdere iSioodwendig- heedendienende tot uitrustingen van deeze Manfchappen, zoude de Volk houder in voorraad gereed konnen heb ben; die dan aanftonds op 't Oostin- disch Huis, of in de Kaagen bezorgt wierden. Of, hetgeen nog beter zyn zoude, dat de Compagnie zelf, de be zorging van die Uitrustingen aan zig behielddoor Iemand, daartoe aante- ftellenwelke de bezorging van die Uit- rus-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 254