genoomene gezonde in de plaats gefield is. Echter komt men hier meede niet voor, dat de reeds aangenoomene ge zonde Manfchap, na hunne aannee ming, in gemelde Huizen, als daar een befmette Lucht is, of kwaadaartige Ziektens heerfchen, befmettingen be- koomenen dus de Ziektein zig zelf, of met hunne Plunjes aan Boord kon- nen brengen Thans ï88 B. HUSSEM OVER DE ROTKOORTS By de aanneeming der Manfchappen voor onze Uitgaande Ooscindifche Scheepenmoest men altoos zoodanige uitkiezen welke in allen deelcn Gezond, en indien zulks teevens mooglyk was, alle Inboorlingen waren. Misfchien zou het Jaatfte eenigermaate begnnlligt konnen worden, door het verhoogen der Maandgelden. Vreemdelin gen, door armoede verzwakt, Zieken, zy die door een lang verblyf in de Huizen der Volkhou ders, op eenigerleï wyze befmettelyke Ziektens bekoomen hadden, behoorden nimmer te worden aangenoomen. Of, men moest, ter Verhoeding der befmettely ke Ziektens in de gemelde Huizen, de Volkhou ders Geregtelyk verpligten zoodanige Huizen tot hunne Wooningen te verkiezen, welker ruimte evenreedig was, aan het getal der Menlchen wel ke daarin Huisvesten. De Stcedehouder daarenboovenkonde door een weeklyks onderzoek, zorge draagendat die Huizen behoorlyk van frisfche Lucht voorzien, en, zo veel mooglyk, Zindelyk gehouden wier- den; gelyk ook, dat de Manfchap aldaar, van het noodige voorzien wierd; dat 'er geene tegen hun nen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 256