op de o. i» schepen. 19$ bekwaam om de Befmetting langen tyd te behouden: en 'er is geene an- dere zeekerheid tegen deeze zaaden van Befmetting in de Kleederen zit- tende, dan dezelve te Vernielen. pringle heeft aangemerktdat eeni- ge Tenten, van Flechenheimalwaar een kwaadaartige Koorts geheerscht had, ter Scheep naar Gend gevoerd, om aldaar herfteld te worden; driën- twintig Werklieden befmettede, waar van 'er zeventien geftorven zyn. Meer dergelyke Belmettmgen, door Kleederen uit befmette plaatfen koo- mende, alleen te wege gebracht; zoude ik konnen opgeeven. Men diend dan hierin alle mogelyke voorzorg te gebruikenzo wel omtrent de Kleederen, als omtrent de Man- fchappen. lind verhaald, dat, Haan de den laat-" ften Oorlog, een Hollandsch Oorlog- fchipuit de Westindiën koomende, te Spit head binnen liep. Aan Boord van dit Schip, waren twee Engeli'che Matroo- fen, welken op hun verzoek, uit den Hollandfchen dienst ontflaagen, in die der Britfche Kroon overgongen. Dee- zenop het Engelsch Oorlogfchip ge- ri. dee& N koo:

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 261