i94 B* HUSSEM 0VER DE KOTKOOETS
hoornen, waren fchynbaar gezond, en
hadden geen teeken van Ziekten. Ech
ter vond men één derzelver, den vol
genden morgen Dood in deKooyliggen,
terwyl de andere van een kwaadaartige
Ziekte werd aangetast, die wei haast,
zig door de geheele Engelfche Vloot,
aldaar liggende, verfpreidde (n).
De Capitein frederik tisser, kwam
in denjaare 1765met het Nederlandsch
Compagnie Schip de Drie Papegaai]en
aan de Caap de goede Hoop, met ge
zond Voik. Elf van deeze Manfchap
egter, door kwaade gefteldheid in hun
ne Lighaamenen om andere ongemak
ken werden naar het Hospitaal gezon
den. Hy moest derhalven, even zo
veele Manfchappen uit dit Hospitaal,
van voorgaande Ziektens aldaar gebe
terd weder in de plaats neemen.
Schoon nu gemelde Capiteindoor er-
vaarenheid wist, hoegevaarlyk het was,
om Voik uit befmette plaatfen aan
Boord te neemen, moest hy echter
daarin gehoorzaamenmaar het gevolg
daarvan was, dat een groot gedeelte
der Manfchap op dit Schip, van de
kwaad-
Cp) Middel.ter Gezondheid Stc. p. 55