OP DE O. U SCHEPEN; 195 kwaadaartige Koorts werd aangellee- ken, en zeer veele, waaronder de eer- fte Heelmeester was, aan deeze Ziek ten geftorven zyn. Zodra één der Uitgaande Oostindi- fche Scheepen gereed is om Zee te kon- nen kiezenbehoord hetzelve nimmer naar zyne Zieken te wagten maar diendmet den eerften goeden Wind uit- tezeilen. Het is beter met een kleender getal van Manfchap uittezeilen, en zy ne Zieken op het Hospitaal Schip ag- ter te laaten, als dat men die aan Boord neemt, en deeze de gezonde befmetten. Het zoude naar myne gedagten, mee- de als een Behoedmiddel dienen tot Voorkooming van Zieken, wanneer het getal der Manfchap op gemelde Oostin- difche Scheepen Verkleind wierd. Indien het beftaanbaar was met de belangens van de Oostindifche Maat- fchappye, zoude het zeer goed zyn, dat 'er Jaarlyks meerder Scheepenen minder Volk daarop, naar de Indien gezonden wierden; uit hoofde der onë- venreedigheid die 'er is, tusl'chen het ge woone getal van d it Vol ken de R uim- te in de Plaats, waarin zy op deeze Scheepen moeten huisvesten, N 2 iind

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 263