202 B, HUSSEM OVER DE ROTKOORTS
Prefcnning, zoodanig aan den Wind-
mouw vastgehegt, dat 'er geen Water,
hierdoorTusfchendeks koomen kan.
Men zoude dit ook konnen maken
op gelyke wyze, zo als de Schildpad op
het Halfdek voorzien isdaar de Stuur-
reep door vaart.
Op de Seheepen waarop ik gediend
hebbe, en deeze Windmouwen op myn
verzoek, dus gemaakt zyn; heb ik al
toos zo veel dienst daarvan gehad, dat
ikze niet genoeg kan aanpryzen.
Maar, als by Storm, of ilegenagtig
Weer, alle de Luiken moeten Digt ge-
legt en met Prejenningen overdekt
wordenzullen de Windmouwen wel
frisfche Lucht Tusfchendeks brengen,
maar 'er zal alsdan geen Uitgang zyn,
voor de aanweezende kwaade Lucht.
Om dit te verhelpen, maakte men,
ten mynen verzoeke, op die Scheepen
waarop ik gediend heb, twee Houten
Koekers, die als Schoorheenen van Fi
guur waren, in het Bovendek van het
Tusfchendekshun begin hadden, en op
de Bak eindigden.
Maar, dewyl op onze Oostindifche
Scheepen, oe Boeg tot het Kaabelgat
gebruikt wordt; zo kan dit hier geen
plaats
I