rÖP DE O. I. SCHEPEN^ 205
omtrent het bovenbrengen der Kooyen
en die op de Stengen te plaatfen; het
Sprengen met Azyn, Rookinge met
Kruit of Geneeverbesfen, de zindelyk-
heid in dit Tusfchendeksde verminde
ring van de hoeveelheid van Kisten voor
het Volk, alsmeede, die bedenking,
welke ik toen omtrent de Verplaatüng
van de Ankertouwen heb opgegeeven.
De Combuizendaar ik te vooren
meede over gefprooken heben waar
van ik het groot Nadeel, dat dezelve
op de Scheepen, wanneer die in het
Tuslchendeks zynte wege brengenheb
aangetoond: hier omtrent moet ik aan
merken: dat nu federt eenige Jaaren,
op de Oostindifche Scheepende Com-
buizenvan het Tusfchendeksonder de
Bak geplaatst zyn echter zyn 'er eeni
ge Scheepenwaarop de Combuizen nog
Tusfchendeks zyn. Het groot nadeel,
dat door die Combuizenin dit Tusfchen
deks ten opzigte van de Gezondheid der
Manfchappen, zo wel, als omtrent de
Ruimte in deeze Verblyfplaatswordt
te weeg gebragt, heeft de Heer de
wind in zyne aanmerkingen op 't
Werkje van lind, onweederfpreekelyk
beweezen,
Wan.