20Ó r. hussem over de rotkoorts Wanneer de Uitgaande Oostindifche Scheepen, het Kanaal gepasfeerden 'er alsdanonder de Mar fchappen Zie ken koomen, moeten die nit het Tus- fcbendeks verplaatst, en onder het Half dek gebracht wordenzo als ook veel- tyds de gewoonte op deeze Scheepen is. In dit geval diend dan deeze plaats van vooren met Zeildoek behangen te worden, om de Zieken voor Togt te bevryden; En hierby moet ik aanmer ken als een zaak van groot belang, dat men nimmer het Kooygoed van die gee- nen, welken aan kwaadaartige Ziektens Geftorven zyn, meet binnen Boord hou den en door de andere laaten gebrui ken, maar hetzelve aanfeonds in Zee werpen. Onder de Behoedmiddelen, zal dan ook behooren het Straffen van de Die- very enfchoon dit Huk reeds door andere Schryvers behandeld is, moet ik echter zeggen, dat de Dievery op deeze Oostindifche Scheepen, namelyk omtrent de Ontvreemding van de Kooy- en en Kleederen der Soldaaten, en on- bevaare Matroofen, zeer fterk gepleegt wordt (q) j,ind Middel, ter Gezondheid &c, p. 84.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 276