OP DÉ O. I. SCHEPEN. 215 in Water word opgelost, en dus ook niet voor een bederf weerend middel in deezen, zal konnen verft rek ken. Op onze Uitgaande Oostindifche Scheepenheeft men de gewoonteals dezelve in Zee zyn, om tot gewoone Drank, aan ieder Man, niet meer, dan acht of tien Mmfi.es Water, daagsuit- tedeelen. Hier uit volgt, dat de mees ten Dorst moeten lyden. Op Westindifche Reizen (alwaar dee- ze gewoonte op fommige Oorlogfchee- pen mede plaats heeft) heb ik gezien, dat het Volk, van de Platlooden der Kanonnen, Hukken fneden, en dezelve kaauwdenom hier door meerder fpeek- zel in den Mond te krygen, en, was het mooglyk, hunnen Dorst te lesfchen. Men begrypt ligtelykdat zulk eene ge woonte, eene voornaame gelegen the id geevende oorzaak zyn moet tot veeJe Ziektens, en voorai wanneer in de Lighaamen zelve, reeds een Voorbe- fchikkende oorzaak huisvest. Men diend derhal ven, de Man behap pen niet zo naauw te bepaalen in de hoe veelheid van hunnen gewoonen Drank, maar het Watervat voor hun opente- laaten. Het is genoeg, ais men daar van O 4 de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 285