220 B. HUSSEM OVER DE ROTKOORTS myne Nieuwe opgegeevene Behoedmid delen teffens dienen in het werk gefteld £e worden. BESLUIT. Ik heb dan aangetoondwat de Dub delyke en Onderfcheidene Ken merken van die befmettelyke Rot koorts zyn, welke thans zo algemeen befpeurd word op de Uitgaande Neder- Jandfche Oostindifche Scheepen als mede, door wat Oorzaken deeze Koorts word voortgebragt. Vervolgens heb ik opgegeeven, de middelen tot derzclver Behandeling; en zulke Zaaken, d:edie nen konden, om den Voortgang daar van te (luiten, Eindelyk, heb ik op gegeeven, zoodanige Behoedmiddelen, waar door men deeze Ziektens, op die Scheepen, is het niet geheel, ten min den voor een groot gedeelte, zal kon- nen Voorkoomen. Dit is ten minden zeeker, en myn gezegde rust op de be proefde ondervindingdat als men van üe door my opgegeevene Behoedmidde len, een behooriyk gebruik maakt, men

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 290