VADERLANDSCHE GEDICHTEN. 233 kig en vooral vreedig maaken turn pO' Jitis mitescent faecula bellishy eerde fpeciaai de Italiaanfche Goden, en ver- rykte en vercierde Romen en hare Tempels met giften aan hem gegeeven, dona cognoscit Populorum aptatque Ju- pcrbïs Porticibuseen ieder moest zig aan hem en zyn Huis onderwerpen en geen vermaak neemen in de goedkeu ring van 't gemeenof Haat maaken op de gunst van 'c Volkdit was reeds ee- nige honderd jaaren te vcoren een faut geweest in Ancus Martius, Nunc quo- que jam nimium gaudens popularibus au- ris: gevolgelykook in Pompejus, 't geen. ieder begreep, zonder dat Pompejus behoefde genoemd te worden (d): en al 't geen Augustus reeds gedaan had, was niets by vergelyking van 't geen hy nog zoude doenaurea condet jaecula qui La- tio: welke werking hem des te gemak- kelyker zoude zyn, om dat de twee grootfte der Godheedenquin et aspera Junoen Jupiter te famen zouden ar beiden voor de Romeinen onder zyne P 5 re- (kD Dat men ten minden in die tyden dagt, dat dit Pompejus raakte, iciiync luganüs te keu ren te geeven lotus popularibus astris bnpellizegt hy ook van hem fpreekende. bhart, I,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 303