VADERLANDSCHE GEDICHTEN. 251
of eeven na hun tyd, is er geen Vader-
landsch Gedicht meer van de Romei
nen ten minden geen zodanigals waar
van ik de definitie heb gegeevenen dat
de goedkeuring van tydgenooten en na-
komelingfchap heeft gevonden en be
waard het geen de eenigfte föort is
welke deeze verhandeling raakt.
Men moet dan om een Vaderlandsch
en zuiver Nationaal Gedicht te vinden
overfpringen tot in de zestiende Eeuw,
wanneer de Lufiada van Camoëns in
Portugal verfcheen, Louis Camoëns,
van Adelyken Hu izewierd gebooren tot
Lisbon in 't jaar 1517: nog in kindsheid
verloor hy zynen Vader, die Scheeps
Captein zyndeop de kusten van Goa
met fchip en goederen, verging. Des-
zelvs weduwe Anna van Macedo, hoe
wel niet rykdroeg nogtans zorgdat
Louis wel opgevoed en onderweezen
wierd en hy volbragt met den geluk-
kigiten uitflag alle zyne fludien op de
hooge fchool van Coïmbra. Dus ten
Hove voorgedraagen en 'er met veel ver
iland verfchynende was hy 'er eerst zeer
aangenaam maar geen oordeel genoeg
bezittende om dat veriland wel te bellie
ren en van de gaave der Dichtkunde
een