252 O. Z. VAN HAREN OVER DE een onbezennen gebruik gemaakt heb bende wierd hy fpoedig gebannenen vertrok na het Portugeefcheleeger opoe kusten van Africa, daar hy ten kosten van een zyner oogen eenigen roem van dapperheid won. In Portugal te rug gekoomen vertrok hy van Lisbon na de Oost-Indienal waar gelukkig aangekomen zynde en verfcheidene oorlogenwaar onder een in de Roode zee, bygewoond hebben de, hadde hy tot Goa gegronde hoop tot fortuinwanneer hy andermaal zyn verhand onvoorzigtig misbruikei de, door den Onderkoning Baretto, van daar na Macao, op de uiteinden van China in ballingfchap wierde gezonden Hier in armoede, verre van zyn Vader land, en zonder veel hoop van het ooit weder te zien hadhy moeds genoeg om te arbeiden, tot het in order bren gen, en't voltrekken van een Gedicht ter eere en roem van zyn Vaderland opgeheldonder den naam van Lufia- da een naam nagevolgd gelyk men ziet van Lufus, en Luhtanien van welk werk hy van tyd tot tyd verfchei dene hukken hadde in gereedheid ge- bragt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 322