2ÖS O. 2. VAN HAREN OVER DE
haddaar de vader van Cicero wat had-
de aangebouwd en hy gebooren (a) was.
Dit alles was met pleiten gewonnenen
Cicero was de eenigfte niet in dit geval:
dezelve of diergelyke voorbeelden van
gewonnene fchatten toonden de fprekers
Hortenfius, Antonius, Crafsus, en an
deren: maar Cicero had meer gedaan;
orn de jeugd gemakkelyker tot de Wel-
fpreekendïieid aantemoedigen en te lei
den had hy de lesfen by 't voorbeeld
gevoegd, en die lesfen, in een vloeyen-
den en verrukkenden ftyi allerklaarst
voorgehoudenwaren in handen van ie
der een. Romen was dan vervuld door
een Jeugddie tot verwonderens toe, de
gronden kende van de Mythologiede
Logica, Philofophie, Geographie, en
Hiftorie; en die niet anders wagtte als
maar geleegenheeden om op die kennis-
fen, welfpreekendheid en fortuin te
bouwen, wanneer de Republyks regee
ring verdween, en in de eenhoofdige
militaire regeering veranderde. Deeze
re-
(a) Hanc vides villam, ut nunc quid em estlautius
aedifcatam pat ris noflri fludio qui cum esfet infima vale-
tudine hie fere net mem egit in litcerts: fed hoc ipjo in loco
cum avtis viveret 3 et antiquo more parva esft villa ut il
ia Curiana in S ah tuts me fmto esfe n at tan. De Le%. 2.