gemeener, cn aangenaamer in Arabier), als de Dichtkunde, beide tot lóf en fchimp, dog alles ex tempore en op de wyze van de heedendaagfche ïtaliaan- fche Improvifatori (g). Dit middel was ook reeds tegen en voor den Propheet in 't werk geileldwant Abdo'llah ben Klatal van hem afgevallen zynde door reisde het land met twee Toneelfpeel- fters, die liederen tot fchimp van Ma- hornet (h) zongen. En hy zelve (dien de Grieken befchryven als onv/eetende) flond niet alleen het Ieeven toe, aan den ter dood veroordeelden Dichter Ca'ab ben Zohair, voor een gedicht dat hy uitfprak by de belydenis van de Iflam; maarhy fchonk hem bovendien, den manteldien na den dood van Ca'ab de Caliph Mo'avia van de erfgenaamen kogt voor twintig duizend drachmen vol- S 2 gens VADERLANDSCHE GEDTCHTEN. 275 Cg) Die foort van korte Gedichten is overge gaan in de ernftige Arabifche Hiitorien, alwaarze door de Autheuren werden ingebracht, als de Oratien in Livius. Niet dus als 't geen gezegd is, maar als 't geene de Autheur meent dat hadde kunnen gezegd worden. (h) Gjannabi.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 345