jeof iet foortgelyks onidektom
welkein't vervolgde graveel-
ftoffen uit de pisvaten, of eenig
verhardend chyl uit de vatendar
men, of maagzich laagswyze vast
zetten. De dierlyke fïeenen aan
het Genootfchap gezonden, zyn
de volgende, (i) Pedro dei Por co
van Mallakkade eerde en edellle
in rang onder deze foort van ftee-
nendie dezen naam draagtom
dat hy gevonden wordtin het dier,
by de Indiaanen Spanjaarden en
Portugeezen, geheten een varken
ofzwyn, eigenlyk een fiekelzwyn,
fchoon het niets gemeens heeft met
den aart van een zwyn Het ee-
ne dier heeft gekliefdehet ande
re gevingerde pooten. Alleenlyk
heeft de gedaante van de fnuit ee»
nige gelykheid aan die van een
zwyneven als de egeldaarom
egelzwyn of ftekelzwyn genoemd.
Het dier is by Seba zeer wel be«
vi deel. fchre-
X X X I I I