294 0« z' van haren over de van zi g zelven hadhem ligtelyk be duidden dat hy inderdaad wel wat ver diende; maar met de aller-onmaatigfte uitbarfting van alle welke langs dien weg ook penfioenen hoopten te verkry- gen. En de Eigenliefde weergalmde in alle Hooge en laage Schooienvide- tur locus virtutibus palejactusDe La- tynfche Oratien, in meenigte uitge- fprooken ter eere van een Koning dien men niet kendewierden met zorg overgezonden aan Lodewyk den XiVdon en zyn Miniiter Colbert, die geen van beiden het Latyn verftonden. Dog wanneer naderhand de penfioe nen buiten 's lands (legt betaald wierden of geheel onbetaald bleevenen voor al na dat Willem de Derde, Prins van Oranje, meerder invloed op de Noord- fche volkeren verkreeg als Lodewyk toen minderde de buitenlandfche lof van deezen laatfcen maar de binnen- landfche duurde volkoomen veertig jaaren want tot aan de bataille van Hochftet zagen de Franfchen hunnen Koning aan, niet alleen als nooit over wonnen maar als onoverwinnelyk waar van het eeven onnut als ondoen- lyk zoude zyn de meenigvuldige bewy- zen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 364