sen aantehaalen (o), Wanneer men hier nu by voegt, welke diltinctien nog T 4 boo- VADERLANDSCHE GEDICHTEN. 2p5 oh Twee zvn 'er egter welke door hunne fin- gulariteit, hec eene van onzinnigheid en het an dere door verandering van omftandigheeden by den fpreeker, aanmerkenswaardig zyn; hec eerfte is van Boileautcr gelccgenheid van den overtocht van den Ilhyn in 'tjaar 1672. De tant de coups aff'eux la tempéte orageufe Tient un temps fur les eaux la fortune douteufe. Mais Louis ddun regard fait bien-tot la fxir Le Deflin a f'S yeux idcferoit balancer. Op de twee eerfte versfen zou men oordeelen dat de autheur fpreekt van een van die zee-flagen tusfchen de Engelfchen en Hollanders, welke drie daagen met eene onbegrypelyke woede en hard nekkigheid duurden, en ondertusfchen by verhaalt hoe ecn leeger van veertig duizend Franfchen by xnooy cn ilil weêr een waadbaare rivier, zonder beletzei, overgetrokken, drie honderd man Hol- landfche Cavallerie in goede order voor hun zaagen wykenen vervolgens een enkel bataillon Infanterie dat zig niet retireeren konde nog mogte, ver moorden. Uit het derde vers leert men dat Lode- wyk de XIV door een verrekyker fpeculecrende wat 'er gebeurde aan de overzyde van de rivier daar hy niet was en hadde kunnen zyn, de for tuin na die verrekyker luisterde. Hec vierde vers is maar ecn overzetting van de reeds voorheen ge melde vlcijende impieteit van Cornelius Gallus, Plus fatis valent Caelaris ora Dei. De tweede lof is van laateren tyd cn uitgefproo- ken

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 365