VADERLANDSCHE GEDICHTEN. 303 ten tyde van Tiberius wierd het een misdaad, de doode voorftanders van de Vryheid gepreezen te hebben, ge- lyk Cremutius Cordus (s) tot zyn onge luk ondervond. En daar dit in de Hi- ftoriewaar van de ftrengfte waarheid de grond is, niet meer vry flond, hoe veel te minder in een Gedicht waar by de fictie, of tenminften, het ftilzwygend overflaan, werd toegelaaten dus was het eene noodzaakelyke voorzigtigheid geweest aan Cornelius Severus buiten twyffel een uitmuntend Dichter, wyl hem Seneca ep79,) in één adem met Virgilius en Övidius noemt van zyn Bellum Siculum, waarfchynlyk een Va- derlandsch gedicht onder Tiberius of Caligula, by het eerlle boekte hebben gelaaten (t). Ma diergelyke voorbeelden mag men dan billyk den lpot dryven met den Vleijer van Tiberiusdie verleegen fchynt om te vinden waar alle die groo- te Geesten onder de Romeinen na den dood (s) Cremutius Cordus pojfu/atur novo ac tune primum audita erminequod exit is annalibuslauda toque M. Bru to 5 C. Casjium Romanorum ultimum dixisfet. TA C, Ann (tj QUiNCT. h/{l. Or. I. 10.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 373