X X X V I I kundige en wel onderfcheidende fmaaknoodig, om het fyne aroma- tyke in dezen Heen te ontdekken. Want, dewyl men meer galfleenen uit andere dieren heeft, die een' galfmaak afgeven, wordt hier iet meerder vereischt. Een kenner dient deze beide en meer foortge- lyke fmaaken, een en andermaal, beproefd te hebben, zal hy'er bon dig over oordeelen. Gelyk het moeilvkis, over keuze en fmaak een vonnis te vellenzoo is 't ook niet gemakkelyk, in dit geval ee- ne vaste bepalinge te makenen te befchryven. 'Er is nochtans iet byzonders in den fmaak van den Mallakfchen Pedro del Porcote wetenals men 'er met eene zui vere en door geen vorige fmaaken aangedaane tonge aan (Hot, proeft men een zuiver zacht doordringend bitter't gene in den nafmaak iet fchoon zeer geringmuskusachtig J

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 39