332 A. BONN OVER EENIGE OORZAAKEM Eene geheele reeks van gevallen, omtrent dit ftukook door den onver- gelykelyken morgagne byeen verfaa- meld, ende met zyneeigene ondervinding overeenftemmendedeedden dien groo- ten Ontleed- en Geneeskundigen, in twee gevallenwaarover hy geraad- pleegt wierd, by het onderzoek der deelen, uit het gemis der Maariftonden, en anderszints kloeke en gezonde \vel- gefteldheid der voorwerpenvan welke by de eene de Schede kort en vliezig afgeflootenen by de andere geene uit wendige opening dan die der pisweg zichtbaar was, vermoeden dat waar- fchynlykst de Baarmoeder in beide moest ontbreekenwaarom hy aan raadde, liever zodaanig aangegaane Hu- welyken te verbreekendan zig roeke loos aan eene konstbewerking te onder- werpen (d). Jiy vaart voort, van deeze twee ge? val-. sd h. boerhave praclect. Academie, tom 5 part. 2. p. 214. ID. Dislertat. Anatomie, tom. 5. p. 242. in nabotiir disf. Cl. roederer, Elem. obiletr. p. 24 25. ID. Opufcula raedica p. 3Ó4. in steinii disf. vide Cl. e. sandifort Geneeik. Eiblioth t. 1 P 257. (d 111. morgagne de fedibus et caufis morbor. Sic. Épist, XLVI. art, 11 12.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 402