VAN ONVRUCHTBAARHEID; 337
regter inwendig eenige gelykenis naar
blaasjes vertoonde.
De openingen der Trompetten van
haaregewoone franjes voorzienwaaren
aan de buitenzyde der Eyerflokken zicht
baar; dog het overige mede verborgen,
en derzelver loop duister, en de gehee-
le lengte naaulyks kenbaar, veel minder
open. Daarentegen heb ik in de lyken
van twee andereligtvaardige en waar-
fchynlyk onvruchtbaare vrouwsperzoo-
nen, de geheele Trompetten openmaar
de uitwendige openingen en franjes der-
zelve, aan en,met deEyerneflen vaftge-
groeyt en geflooten gevonden.
ëP'h
Zodanig een voorwerp derhalven,
by't welke de moeder mondde gehee
le hals en inwendige holte der Baarmoe
der, met die der Trompetten ontbree-
ken, verdiend, geloof ik, in den vol-
flrektften zinvoor onvruchtbaaren te
vens voor onheritelbaar gehouden te
wordenterwyl men uit de afgeflooten-
heid der zeer korte fchede, in over-
eenftemming met het eerfte geval van
VI. DEEL, X MO&!
CAO