35° A. BONN OVER EENIGE OOR2AAKÈN
ook mosje overlaaten: de overeenftem-
inlng egrer, met de aanteekeningen der
voornoemde Geleerde Mannen, laat,
dunkt my, naaulyks twyfFel over, zo-
daanig een voorwerp voor eene vrou
we, maar voor eene onvruchtbaare te
houdenwelke waarfchynlykst eene
zeer gebrekkige Baarmoeder hebben
.moet, indien dezelve nevens de gehee-
le fchede, daaraan welligt, niet' ont-
breeke. De uitwendige geflootenheid
immers, zonder andere opening dan
die der pisweg, komt met het tweede
geval van morgagne overeeenter-
wyl het weggenoomen gezwel, in zyrse
ontaarde zelfftandigheid, de waarnee-
iningen van pott en parsons fchynt
re beveiligenwant, om met chesel-
den (r) en andere fchryvers, zodaa-
nige liefchgezwellen voor zaadballen te
houden en dergelyke voorwerpen tot
het manlyk gedacht te reekenen (s, t)
hiertoe vind ik my in dit geval als nog
We-
(r) w. CHP.SELDEN anatomy of the human body.
tab. XXXIII, in expiicacione n° 3. et 9.
(s) haller in commeutar. foc. reg. Gottingens.
tom. 1. p. 12. et feq.
(O A. KAAUW liOERHAAVE in Ttovis comment ar n*
acad. petropolit. tom. 1, p. 315. et feq. ibique
tab. XI.