b. t. twee ronde knoeitagtige verheven-
heeden aan den agterkaiitgedeelte-
lyk nog met buikvlies bekleed,
de dikte des doorgefneden bodems
Jaan den linkerkant,
m. de dikte des doorgefneden halsIns-
gelyks meerder, dan die der andere
zyde,
de agterzyde der moedermond
t. o. de trompetten
p. de inwendige holte der baarmoeder,
r. de knoestagtige inwendige verhar
ding welke de linker trompet ope
ning affloot
VER-
s. eene derde uitwendige ronde verhee-
venheid, aan den voorkant der baar
moeder,,