362 L. BOMME OVER EENIGE
de Heer Reaumurby toeeigening en
onderltelling; 't is zeker dat de Heer
Bast er dezelve ook heeft geziendan of
zyn Edele ook de werking zelve heeft
konnen befchouwen, is my niet geble
ken: alhoewel de door hun daar aan
toegedachte werking vry naauwkeurig
met de zaak zelve overeenkoomt.
Althans het een en ander, wordt door
myne ondervinding ten krachtigften
verllerkt, waarom ik de vryheid neme,
dezelve nu vervolgens te berichten.
In de maanden January en February
van het jaar 1773ontdekte men we
derom deze" Steen-Wormen of Steen-
Mos/els in de Zinkfteenendie aan het
einde der hoofden voor Idlestcappel la
gen en by laag water zich vertoonden.
Een zeer groote Steen met dezelve be
zet, werdc binnen Middelburg gebragt,
aan de Kamer van de Edele Achtbaare
Heeren Staaten van Walcheren, en al
daar in zout water gelegddaar ik de
zelve voor het eerst te zien kreeg.
He Steen was alom bezet met ronde
gaat en van onderfcheiden grootte; fommi-
gen als het dunste einde van cenTabaks-
pyp, anderen als het dikfte deel daar
van, of noch wat grooter. Uit veele der
zei-