2E E - I N S E C T E N. 369 Anders is als een oorzaak van der zei ver doodby my in bedenkinge ge komen, of Zekere Duizend-beenen en Zeerupfen(waarvan 'er veele zich ook op deze fteenen bevonden, en de holen hier en daar bezochten), niet wel op dezelve aasden, en dus oorzaak van het vernielen dezer Steen-wormenzou den konnen zyn men ziet deze Dui zend-beeneden 2eerupfen hier by ook af gebeeld Fig. II en III hiernavolgende breeder befchreven. Der Steen-wormen of Mos fels koken of buizen, zyn van binnen zeer glad; de richting derzelve is niet rechtltandig, maar fchuins, en een weinig kromgebo gen, zoo als by Fig. I, A. a. b. zich duidelyk vertoonteen uialekend hoekje van de zyde des fteens, ter rechterhand als men de koker voor zich houdt, belet het gezicht van een gedeelte der fchulp van 't Diertje't geen anders in deszelfs natuurlyken ftand van ligging zich be vindt, doch alleen een weinig te hoog is geplaatst, (zoo als bevorens is gezegd). De Snuit of Iromp is hier een weinig linkswaards gedraaid, cm de holte van van de Buis te konnen zien, anders ligt n deel, A a do

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 441