382 L. BOMME OVER EENIGE
dit geflacht zoude konnen vervatten ,'t ge
ne althans, myn's wetens, nergens zoo
duidelyk is afgebeeld.
Doch om weer te keeren tot de Dier
tjes, die in 't Zype gevischt zyn.
Over het geheel is de lengte van dit
Diertje omtrent drie duimen, de breed
te fchaars duimhet lyf platachtig en
beftaande uit ruim 144 leedjes, infny-
dingen of fegmentenieder van die is in
het midden, vooral op den rug, over
de lengte van het geheele Diertje fterk
ingebogen, en het vertoont zich dus,
als of het lichaam beftond uit twee aan-
eengevoegde Wormsgelyke deelen: dit
maakt den donkeren ftreep in het midden
uit, en geeft aan de ronde uitpuilingen
eenen fchitterenden glans* ziet Fig. |1V.
B. a g.
Aan de onder, beneden of buikzyde
van het Diertje Fig. IV. B b, g.is die in
drukking veel minder, doch daar vertoo-
nen zich de dwarfche afdeelingen van
ieder Lid veel fterker.
Aan weerzyde van elk der gedachte
144 leedjes, bevinden zich uitfteekfels,
welke zich (zoo ik wel zie) in vier te
pelachtige lichaamtjes verdeelen, waar
van 2 flechts in punten, doch de ande
re