ZEE-INSECTEN. 3?> vier ronde vleezige knobbeltjes aan iedere zyde twee; waaraan van onde ren hangen vier Staartgelykeofworms- wyze afhangfels, even als Nestelingen of Nroud tfEpaules ,zirh uitllrekkeode nederwaards tot de derde en vierde ge leeding. In 't midden tusfchen deze uitftekk^n is noch een derde Heuveltje, waaruit mede twee, wat kleiner, Staartgelyke of wormswyze afhangfels doch naar boven gaande zich bevinden. Van dit gantfche famenflel van worms - gelyke uitftekken heb ik het gebruik niet konnen ontdekken Edoch 't is niet onwaarfchynivk, dat dit tot een Kieuw-gejiel vo^r het Diert je diene. Men vindt iets dergelyks in de Sc 3- lopendria PeLagicawelkezoo ik mesne de Heer Baiter baarden genoemd heeft. Ik konde op deze Zee duizend-been, geen oogen ontdekken, daar nochtans de Nereis Pelagica 'er duidelyk vier fchynt te hebben't geen mydus te meer bewyzen van een onderfchei- den foort verfchaft. Het is een geruimen tyd geleden, ¥i D&H.U Bb dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 457