ZEE-INZECTEN. 387 Want de zeer vlugge beweging de zer Diertjes in het Water, en zelfs ook noch daar buiten, volgt van zelve uit de verbaazende meenigte van Poo- ten of Zwem voeten, als mede uit de gekorvene gefteldheid der Leden, en daaruit fpruitende groove beweegbaar heid, over het geheel genomen. De glanskan almede voor een groot deel, uit de veele wyking der deelen ontdaan. En ik verbeelde my uit vergelykinge met löortgelyke zich vertoonende Zee-Rupfen en Zee - dui~ zend-beenendat deze noch levende, in het donker bezien zjmde, ook licht Zouden uitgeven. De middelen ter bekomingvast houding en inzwelging van voedlel zyn zeer gepast, door de gefteldheid d r fterk getande Kaakbeenen, en van 't beweegöaare hootdgritel, waardoor dezelve konnen ingetrokken worden. De ligtgevoelighe d van dit fchep- fel, door middel van het baardgedel, is welligt almede dienstig ter vlug gere betrapping van Prooy of Aas; gelyk in cte Polypen. An mogelyk wel tot noch meerderen dienst voor het Diertjeom als de Kieuwen m B b 2 de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 459