392 I. BOMME OVER EENIGË Zoo rren iets tusfchen de Klaau- wen Reektzoo (laan dezelve aan- Ronds tot malkander toe,en gaan naar binnenen zoo wordt eindelyk het gantfche uitftekend kopje naar binnen gebragt welke beweging geiehiedt ,j 'n een oogenbliic tyds; waaruit men m klaar zal konnen ontdekken, op wel- ke wyze dit Diertje zyn vyand- fchap toont Die geheele befchgyving, is zeer na gelyl vormig aan den ingetrokken Raat des hoofds van het te voren door r v bePhreven Diertjemet dit onder- fcheid, dat by my, de tweede en derde hoofd - verdeeling en tanden als uit- geftrekt zich vertoonen, daar dezelve by zyn Ed: ingetrokken zyn afge beeld. De befchryving van het Lyf, komt met de myne mede overeen alleen noemt zyn Ed: den Buik, 't geen toe- fchynt eerder den Rug te wezen en Zegt dat dezelve zich vertoont als Leedjes, die in 't midden des Lichaanis aan malkander gehecht fchynen te we ten door de diepe gleul, die aldaar ge vormd wordt. De yermeung van cjen Paal-worm zou-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 464