X L I V ar OrientalisAapenjleen. De O- rientaalfche Bezoar is volgens het gevoelen der Natuurkundigen oorfpronglyk uit een bokje of geitje Bezoar-geitje genoemd. Dit is in zeker opzicht waar. Doch het is den Heere Brandt op aanhoudend onderzoek en by lange ervarenisfe, uit het ge tuigenis van veele lieden die de Bezoars in de plaats verzame len ook geblekendat eenige foorten van Bezoar-fteenen haaren oorfprong hebben van zekere foort van aapenin wier gewrichten zy gevonden worden. De gedaante van zulk een gewrichtwaar aan of waar tegen de fteen gevormd is wordt duidelyk in den fteen ge zien. De Bezoarsvan aapen af komstig zyn by laagjes omzet't gene van de aangroeijinge van de callus verfchilt. Men zou hier, der- halven konnen vragenof deze flee-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 46