X L V
fteenen niet meer uit eenige ette-
ringeof affcheidinge van het bloed
en de been- of zenuwvochten zich
famenzetten dan uit eene kalk
achtige omzettingewelk laatfte
men'altyd als den grondflag van
dergelyke fteenen aanmerkt. Zon
der dit te willen beflisfen, komt
het zeer waarfchynlyk voor, dat
tot de famenzettinge dezer fteenen
in de Oosterfche landen iet meer
der famenloopt, dan in de gemee-
ne maag- of callus-fteenen in ande
re plaatfen. Want, zonder dit,
zouden de Bezoarfteenenzoo uit
de bokjes, als uit de gewrichten
der aapen, niet zulk een' byzonderen
fmaak en als 't ware een' gecoagu-
leerdenbloedfmaak,bezitten: welken
men echter in geene Westerfche
Bezoarfteenenof die van andere
dierenbefpeurtwelverftaande in
zulkendie in de maagen of ge
wrichten en niet in denieren, ge-
von-