414 J. DU PONT OVER DE ïcorteren duur, mindere hevigheid, en op den toeftand des baarmoeders mond dewelke op dezen tyd meest al nog (laphangend en eenigzms verlengd is. <5. 22. Men moet dezeiven ook niet verwarren met die Kolykpynen waar aan de zwangere vrouwen op het laatst van haare dragten ook wel op het eind van de derde maand haarer zwangerheid (als of zy een miskraam ftonden te krygen) fomtyds onderwor pen zyndeze Kolykpynen laten zig ook, wel is waar, by vlagen in den rug en buik gevoelen dan zy bepalen zig aldaar, zonder zig neerwaards naa het bekken of naa de fchaamdeelen uit te (trekkenen .verdwynen zoo dra men den regten- en kartel darm door middel van een darmfpuitinge ontlast heeft. Van deze Kolykpynen in het vervolg breeder. 22*. Men dient eindelyk hier om trent nog aan te tekenen, dat de tyd, op welken deze Voorfpeliings ween en andere reeds opgenoemde verfchynfe- len zig by zwangere vrouwen opdoen, niet altoos dezelfde zyiommigen haa rer befpeuren ze eenige weeken, fom- nugen eenige dagenanderen maar eeni-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 488