WHEN EN NAWEEN. 423 naween befpeurt de Vroedkundige, dat de nageboorte uit de baarmoeder in de fcbeede zikke, en door de vlezen als ook foTityds door eenig vloeibaar oi' ge hold bloed gevolgd worde, van al het welk hy de vrouw ontlast 32. Na dat de vrouw deze twee- cL verlosfing mag men zeggen onder gaan heefc, word zy verders bezorgd en te bedde gelegd zy is egter niet geheel en al van alle pyne bevryd, want het s nu dat haar de volgende naween zullen overvallen, d.e de Franfcnen tra c.ées uterines noemen, waar van tk jau fL reken zal. 33. Deze volgende waare naween on'fta n bydeeene vrouwe vroeger, by de andere laater na het afkomen der na geboorte; zy zyn meer of min hevig, langdurig en menigvuldig naar verlc tril lende o nhandigheden; in haaren aart zyn zy zoo wel als de eerffce Naween gciytt aan de waare barensween, begin nen in den buik en lenden, verlpreiden zig naa het heilig- en fchaambeen, en verwekken neiging tot afgang en water maken, fomwyien zoo fterk, dacdeeen en het ander onwillig ontlast worden. 34. Dit tydpeik der kraam kan D d 4 men

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 497