*428 j. EU PONT OVER DE edog wel voornamelyk in een dusdan?- ge aandoenelyke gefieldheid der uit- en inwendige vrouwelyke teeldeelen in het byzonder, dewelke allernoodzakelykst is voor het werk der voortteelinge, en waar door deze deelen eenige bele diging, eenig geweld of naeeel onder gaande, daar van als verwittigd wor den en 'er de ziel een onaangename ge waarwording van mededeelen deze aandóenelykheid is een voorname afge- lege oorzaak der ween en naweenen zal llraks nader in aanmerkinge komen. <$42. Men behoort als een tweede voorfchikkende oorzaak te erkennen de zeer groote uitzetting der baarmoeuer in een verre gevorcerde zwangerheid; als mede dien roeftand daar zig een eerstverloste Kraamvrouw in bevindt d' or dien de baarmoeder op die tyden vtifchcide lighamen in zig behoudt, die niet gefchikt zyn o n 'er altoos in te huisvesten, man die op eenen gezetten tyd moeten ontlast wordenen door dien de lyfmoeder in de voornoemde omllandigheden uitrermate teergevoelig, prikkeloaar en beweegvaardig is. 43. Dit zyn nu de voornaamlle algemeens yooriUiikkeude peginfelen de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1778 | | pagina 502