WEEK EK NAWEEN, 43 3
Zoo lang de Ïyfmoeder zig niet geheel
en al ontlast hebbe van het geen in haaf
behouden is, de volgende fpiervezeligö
famentrekkingen der baarmoeder en
de daar uit voortfpruitende waare ween
en naween varoorzaken.
qp. Dus allengskens tot ééne def
haaste oorzaken der waare ween en na
ween ik meene de famentrekkingen
der Ïyfmoeder, opgeklommen zynde,
zal ik verders onderzoek doen naa hefr
geen voor- gedurende- en na yder waa
re wee en nawee waargenomen word,
om daar door de overige naaste oorza*
ken derzelver kenbaar te maken.
<5 51. Zoo lang een wee aanhoudt
word men door het onderdaan ontwaar,
dat de baarmoeder als nog in deze haa
re famentrekkinge blyft voortvarendat
derzelve mond lager in de lchcede zakt,
n deelE e meer
50. Yder waare wee en nawee
word onmiddelyk voorgegaan door ja
begint zelf als gelyktydig met een fa-
mentrekkinge en vernaauwmge van heC
lighaam en den bodem der baarmoeder,
die haare werking doet op den ba ir-
moeders mond, op hetey, vervolgens
op de vrugtdaarna op de nageboorte
en eindelyk op het geftold bloed*